Groep 5-6Beeldend
Hier gaat het over
betekenis
Atta
Met deze opdracht kun je aansluiten bij kerndoel 51: de leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen, kerndoel 52: de leerlingen leren over kenmerkende aspecten van het tijdvak jagers en boeren en kerndoel 12: leerlingen krijgen plezier in het lezen van voor hen bestemde verhalen.
Hier kun je op letten
vorm
Lichaamsvormen mens: karakteristieke houding
De leerling kan van een beweging het moment uitkiezen dat treffend is voor die beweging en kan dat moment weergeven door de lichaamsvormen in de juiste stand te zetten.
Waar moet je op letten?
Waar moet je op letten?
- Begin met de ‘normale’ stand van lijf en ledematen.
- Geef aan waar de gewrichten zitten.
- Zet daarna lijf en ledematen in een andere stand.
- Gebruik in het begin een sjabloon of knip strookjes op maat om de juiste houding te vinden.
- Pas daarna werk je aan de details.
Hier ga je het mee maken
werkwijze
Sjabloondruk verf
De leerling kan vormen uit een vel papier knippen zodat een sjabloon ontstaat en met verf tamponneren voor een afdruk.
Waar moet je op letten?
Waar moet je op letten?
- Maak de randen van het sjabloon niet te smal.
- Gebruik maar weinig verf zodat de verf snel droogt en niet onder de rand van het sjabloon loopt.
- Houd de tamponneerkwast rechtop.
- Laat de verf goed drogen, voordat je een nieuwe afdruk er overheen plaatst.
- stevig tekenpapier
- potlood
- schaar
- evt. afbreekmesje
- tamponneerkwast
- acrylverf, diverse kleuren
- stukje karton of palet
- kranten als onderlegger
Toelichting:
Gebruik bij het tamponneren van een sjabloon geen plakkaatverf. In deze verf zit water waardoor het sjabloon snel kapot gaat.
Zo kom je op ideeën
onderzoek
Onderzoek het materiaal
De leerling kan het materiaal op verschillende manieren hanteren en kan nieuwe werkwijzen bedenken die passend zijn bij de verbeelding van het onderwerp.
Waar moet je op letten?
- Geef leerlingen expliciet de tijd om te experimenteren.
- Verbind een concreet doel aan het experimenteren, bijvoorbeeld: probeer het materiaal op 8 verschillende manieren uit. Of in spelvorm: Onderzoek individueel of per groepje binnen 10 minuten zoveel mogelijk verschillende werkwijzen.
- Maak in je feedback steeds een verbinding tussen wat ze hebben uitgeprobeerd en waar dat misschien voor gebruikt kan worden.
- Laat daarna de leerlingen hun toepassing(en) uit alle mogelijkheden van alle groepen kiezen voor het eindwerkstuk.
- het materiaal van de werkwijze
- evt. oefenvellen