Groep 3-4Beeldend
Bodemdieren
Hier gaat het over
betekenis
Bodemdieren
Je kunt aansluiten bij kerndoel 40: leerlingen leren over verscheidenheid en eenheid van in de omgeving veel voorkomende dieren en kunnen ze indelen in geleedpotigen (zoals insecten, spinnen, kreeftachtige en de duizendpoten), wormen en weekdieren (zoals slakken). De les sluit ook aan bij het 'Kijk- en zoekboek: kriebeldiertjes', de stripboeken 'Insecten' of 'Insectendetective.
Hier kun je op letten
vorm
Lijn als arcering
De leerling herkent arceringen in een afbeelding. De leerling kan lijnen als arcering toepassen in een werkstuk.
Waar moet je op letten?
Waar moet je op letten?
- Om lijnen te gebruiken als arcering vul je een vorm door de herhaling van lijntjes, streepjes, stipjes, krasjes.
- Hoe dichter de arceringen bij elkaar staan, hoe donkerder de vorm wordt.
- Hoe verder de arceringen van elkaar af staan, hoe lichter de vorm wordt.
Hier ga je het mee maken
werkwijze
Knippen/plakken papier
De leerling kan ingewikkelde vormen uit papier knippen waaronder de herhaling van vormen, symmetrische vormen en openingen binnenin een vorm.
Waar moet je op letten?
Waar moet je op letten?
- Knippen is een lastige techniek die veel herhaald moet worden.
- Vouw het papier een aantal keer dubbel voor herhaling van vormen. Hiervoor moet het papier niet te dik zijn.
- Vouw het papier eenmaal dubbel voor een symmetrische vorm. Knip altijd vanaf de dichte kant van het papier.
- Vouw het papier voorzichtig dubbel voor het maken van een opening in een vorm.
- papier; wit, gekleurd of bewerkt, A4 formaat (voor de vormen)
- papier, wit of gekleurd (voor de achtergrond)
- schaar
- lijm
Toelichting:
- Bij het maken van een collage van papier kun je gebruikmaken van verschillende soorten papier:
- tekenpapier
- gekleurd papier
- bewerkt tekenpapier
- bedrukt papier
werkwijze
Tekenen met grijs potlood
De leerling kan met grijs potlood lijnen en vlekken tekenen om te arceren.
Waar moet je op letten?
Waar moet je op letten?
- Herhaal lijnen en vlekken om te arceren.
- Je kunt lijnen en vlekken over elkaar heen zetten om te arceren.
- Arceren gebeurt met lijnen en vlekken die niets voorstellen.
- grijs potlood
- ruw tekenpapier (A5 of A4)
Toelichting:
- Gebruik een 2B potlood (dat is zachter dan HB en geschikt voor arceren).
- Gebruik ruw papier. Het potlood kan zo makkelijk sporen achterlaten. Glad papier, zoals kopieerpapier, is niet geschikt. Omdat potlood een fijn materiaal is, mag het papierformaat niet te groot zijn: A5 (148 x 210 mm) wanneer het hele vel betekend wordt en maximaal A4 (210 x 298 mm) wanneer alleen losse figuren op het vel getekend worden.
Zo kom je op ideeën
onderzoek
Onderzoek het materiaal
De leerling kan het materiaal op verschillende manieren hanteren en kan nieuwe werkwijzen bedenken die passend zijn bij de verbeelding van het onderwerp.
Waar moet je op letten?
- Geef leerlingen expliciet de tijd om te experimenteren.
- Verbind een concreet doel aan het experimenteren, bijvoorbeeld: probeer het materiaal op 8 verschillende manieren uit. Of in spelvorm: Onderzoek per groepje van 5 binnen 10 minuten zoveel mogelijk verschillende werkwijzen.
- Maak in je feedback steeds een verbinding tussen wat ze hebben uitgeprobeerd en waar dat misschien voor gebruikt kan worden.
- Laat daarna de leerlingen hun toepassing(en) uit alle mogelijkheden van alle groepen kiezen voor het eindwerkstuk.
- het materiaal van de werkwijze