Groep 1-2Beeldend

Knotsgekke paddenstoelen

Maak een schilderij van twee heel verschillende knotsgekke paddenstoelen. 

Hier gaat het over
betekenis

Knotsgekke paddenstoelen

Met deze les kun je aansluiten bij kerndoel 40: er is een verscheidenheid aan organismen: planten, dieren, mensen, schimmels. 
Hier kun je op letten
vorm

Kleurnamen en mengen

De leerling kan de naam van 9 kleuren benoemen, ze herkennen in afbeeldingen en kan kleuren maken door basiskleuren (primaire kleuren) te mengen.

Waar moet je op letten?
  • Laat de leerlingen experimenteren met het mengen van kleuren. 
  • Vertel dat ze kleuren helder kunnen houden door niet meer dan 3 verschillende kleuren met elkaar te mengen.
Hier ga je het mee maken
werkwijze

Schilderen met verf

De leerling kan schilderen met dekkende verf door het maken van vlekken en strepen met een kwast. De leerling kan schoon werken door de kwast steeds goed uit te spoelen.

Waar moet je op letten?
  • Houd de kwast losjes vast.
  • Houd de kleuren zuiver door de kwast steeds goed uit te spoelen en te drogen.
  • Houd de kleuren helder door maar twee of drie kleuren door elkaar te mengen.
  • Meng de verf niet met water. Gebruik een tissue om de kwast na het spoelen droog te maken.
  • ruw wit tekenpapier
  • lyonse kwasten (nr. 2, 6 en 10)
  • plakkaat- of acrylverf in de kleuren rood, geel, blauw, zwart en wit
  • potje water
  • tissues
  • schort

Toelichting:
Plakkaatverf en acrylverf zijn beide dekkende verven op waterbasis. Plakkaatverf is het goedkoopste, maar de verf droogt doffer op. Bij acrylverf blijft de kleur, ook na droging, helder. Bovendien is de verf na droging watervast.
Zo kom je op ideeën
onderzoek

Onderzoek het materiaal

De leerling kan het materiaal op verschillende manieren hanteren en kan nieuwe werkwijzen bedenken die passend zijn bij de verbeelding van het onderwerp.

Waar moet je op letten?
  • Geef leerlingen expliciet de tijd om te experimenteren. 
  • Verbind een concreet doel aan het experimenteren, bijvoorbeeld: probeer het materiaal op 8 verschillende manieren uit. Of in spelvorm: Onderzoek per groepje van 5 binnen 10 minuten zoveel mogelijk verschillende werkwijzen. 
  • Maak in je feedback steeds een verbinding tussen wat ze hebben uitgeprobeerd en waar dat misschien voor gebruikt kan worden.
  • Laat daarna de leerlingen hun toepassing(en) uit alle mogelijkheden van alle groepen kiezen voor het eindwerkstuk. 
  • het materiaal van de werkwijze