Groep 5-6Drama

Sportieve dieren

Maak een presentatie waarin dieren aan sport doen. 

Hier gaat het over
betekenis

Sportieve dieren

In deze les onderzoeken we dieren en sport en sluiten daarmee aan bij kerndoelen 40, 41, 57 en 58. Deze les sluit aan bij het boek 'Een haai als huisdier'.
Hier kun je op letten
vorm

Houding

De leerling kan houdingen vergroten zodat ze duidelijk worden voor de toeschouwer.
Toelichting:
  • De doelen zijn geen meetlat. Lees ze om een beeld te krijgen waartoe je leerlingen in staat zouden kunnen zijn. Voldoen leerlingen niet aan dit doel wordt geadviseerd te differentiëren, dus randvoorwaarden te creëren waarbinnen het betreffende kind toch vooruitkomt in dat doelgebied.
  • Het werken met houdingen blijft een aandachtspunt, omdat ze in het dagelijkse communiceren weinig en onbewust voorkomen. Advies is om vooral dat één kind in de repetitiefase ‘uitstapt’ en als kijker coacht waar houdingen wenselijk zijn. Zo langzaam dat bewustzijn te koppelen aan eigen spel waarbij houdingen groot ingezet kunnen worden.  
vorm

Mimiek

De leerling kan gezichtsuitdrukkingen vergroten zodat ze duidelijk worden voor de toeschouwer.
 
Toelichting:
  • De doelen zijn geen meetlat. Lees ze om een beeld te krijgen waartoe je leerlingen in staat zouden kunnen zijn. Voldoen leerlingen niet aan dit doel wordt geadviseerd te differentiëren, dus randvoorwaarden te creëren waarbinnen het betreffende kind toch vooruitkomt in dat doelgebied.
  • Het werken met gezichtsuitdrukkingen blijft een aandachtspunt, omdat ze in het dagelijkse communiceren weinig en onbewust voorkomen. Advies is om vooral dat één kind in de repetitiefase ‘uitstapt’ en als kijker coacht waar gezichtsuitdrukkingen wenselijk zijn. Zo langzaam dat bewustzijn te koppelen aan eigen spel waarbij gezichtsuitdrukkingen groot ingezet kunnen worden tot het punt waarop kinderen in staat zijn dat uit zichzelf te doen. 
Hier ga je het mee maken
werkwijze

Pantomime

De leerling kan bij het spelen van pantomime houding, gebaar en mimiek uitvergroten.
 
Toelichting: 
  • De doelen zijn geen meetlat. Lees ze om een beeld te krijgen waartoe je leerlingen in staat zouden kunnen zijn. Voldoen leerlingen niet aan dit doel wordt geadviseerd te differentiëren, dus randvoorwaarden te creëren waarbinnen het betreffende kind toch vooruitkomt in dat doelgebied.
  • De kinderen van groep 5 zijn prima in staat om een eenvoudige pantomime presentatie te maken n.a.v. de opdrachten in de lesbeschrijving. De nadruk wat betreft de begeleiding zit vooral op de vormaspecten zoals bijvoorbeeld spelrichting, dan de werkvorm zelf. In groep 6 zie je dat dit makkelijker gaat en ze ook meer in staat zijn eigen humor toe te passen binnen pantomime. 
Zo kom je op ideeën
onderzoek

Combineer er op los

De leerling oefent met het onder woorden brengen van spelideeën en het combineren van een eigen spelidee met dat van een ander. 
 
Waar moet je op letten? 
  • Benadruk dat realisme niet het doel van de opdracht is, dat het fantasievol mag zijn. 
  • Benadruk dat je soms eigen ideeën moet loslaten omdat andere ideeën op dat moment als geschikter worden beoordeeld door medeleerlingen.