Groep 7-8Beeldend

Maak een reliëf van een persoon die van de zon geniet. 

Hier gaat het over
betekenis

Zonaanbidders

De les sluit aan bij kerndoel 34: verzorging van eigen lichaam, beschermen van de huid, kerndoel 43: meten van temperatuur, uv-straling, kerndoel 47: dagrecreatie en kerndoel 32/33: kwalitatieve verhoudingen.
Hier kun je op letten
vorm

Lichaamsvormen mens: in verhouding

De leerling kan een mens in verhouding weergeven door één lichaamsdeel als maat voor de andere onderdelen te gebruiken. 

Waar moet je op letten?
  • Neem het hoofd als uitgangspunt.
  • Meet hoe vaak het hoofd in een ander lichaamsdeel past en breng dat over naar het werk.
  • Verbind daarna de vormen.
  • Werk tot slot aan de details.
Hier ga je het mee maken
werkwijze

Papier-maché

De leerling kan papier-maché gebruiken voor het maken van een reliëf. De leerling kan stroken scheuren van kranten, kan vormen van papier-maché aanpassen door ze te verlengen, verdikken of te verplaatsen en kan vormen glad afwerken. 

Waar moet je op letten?
  • De hoeveelheid lijm: het papier moet vochtig zijn door de lijm, niet doorweekt.
  • Het vervormen van het materiaal (behandel de papier-maché als klei).
  • kranten
  • behanglijm
  • plastic bakje (ondiep maar breed)
  • plaatje karton (A4 of A3 formaat)
  • schilderstape (hiermee zet je het karton vast tijdens het drogen zodat het recht blijft)

Voor de afwerking met papier heb je nodig:
  • gekleurd papier (tekenpapier, sitspapier, zijdevloei, tijdschriften)

Voor de afwerking met verf heb je nodig:
  • acrylverf (omdat hier minder water in zit en de kleuren helder blijven)
  • lyonse kwasten (nr. 3 en 6)
  • mengbord (stukje karton of aluminiumfolie)
  • beker water
  • tissues
Zo kom je op ideeën
onderzoek

Onderzoek het materiaal

De leerling kan het materiaal op verschillende manieren hanteren en kan nieuwe werkwijzen bedenken die passend zijn bij de verbeelding van het onderwerp.

Waar moet je op letten?
  • Geef leerlingen expliciet de tijd om te experimenteren. 
  • Verbind een concreet doel aan het experimenteren, bijvoorbeeld: probeer het materiaal op 8 verschillende manieren uit. Of in spelvorm: Onderzoek per groepje van 5 binnen 10 minuten zoveel mogelijk verschillende werkwijzen. 
  • Maak in je feedback steeds een verbinding tussen wat ze hebben uitgeprobeerd en waar dat misschien voor gebruikt kan worden.
  • Laat daarna de leerlingen hun toepassing(en) uit alle mogelijkheden van alle groepen kiezen voor het eindwerkstuk. 
  • het materiaal van de werkwijze