Groep 3-4Beeldend
De laatste ijstijd
Hier gaat het over
Hier kun je op letten
vorm
Lijn als contour
De leerling weet wat de omtrek van een vorm is, kan die herkennen in een afbeelding en kan vormen weergeven door gebruik te maken van een omtrek (of contour).
Waar moet je op letten?
Waar moet je op letten?
- De manier waarop je de omtrek tekent, zegt iets over de vorm. Je kunt de omtreklijn dik maken of juist dun, strak, golvend of zigzaggend.
Hier ga je het mee maken
werkwijze
Tekenen met houtskool
De leerling kan een tekening maken door met houtskool dikke en dunnen lijnen, donkere en lichte vlekken te maken.
De leerling kan het materiaal uitvegen met de vinger of uitgummen met kneedgum.
Waar moet je op letten?
De leerling kan het materiaal uitvegen met de vinger of uitgummen met kneedgum.
Waar moet je op letten?
- Het is de bedoeling dat leerlingen het materiaal spelenderwijs gaan ontdekken.
- Stimuleer ze om verschillende dingen met het materiaal uit te proberen.
- Vlekken zijn niet erg: je wrijft ze uit, tekent er overheen of gebruikt de kneedgum.
- Houtskool is goed uit kleding te wassen.
- ruw tekenpapier (A3 of A4 formaat)
- houtskool
- kneedgum
- fixatief of (om het werk te fixeren)
Zo kom je op ideeën
onderzoek
Schets de vorm
De leerling kan meerdere schetsen maken om te zoeken naar verschijningsvormen.
Waar moet je op letten?
Waar moet je op letten?
- Schets dunnen lijnen, losjes uit de pols.
- Lijnen hoeven niet in één keer goed te zijn.
- Teken geen details, alleen de contour of omtrek.
- Gummen is niet nodig.
- Pendel steeds heen en weer tussen het kijken naar je tekening en een realistische weergave.
- Geef ze de opdracht om een minimaal aantal schetsen te maken.
- kopieerpapier
- grijs potlood