Groep 1-2Beeldend

Maak een schilderij van enkele bomen in het sprookjesbos. Laat maar zien welk seizoen het is.

Hier gaat het over
betekenis

De seizoenen

Je kunt met deze les aansluiten bij kerndoel 40: Planten hebben verschillende kenmerken, zoals vorm, kleur, geur en die kenmerken veranderen met de seizoenen, kerndoel 41: Planten hebben verschillende onderdelen en kerndoel 32/33: meten waaronder tijd en seizoenen.
Hier kun je op letten
vorm

Kleurnamen en mengen

De leerling kan de naam van 9 kleuren benoemen, ze herkennen in afbeeldingen en kan kleuren maken door basiskleuren (primaire kleuren) te mengen.

Waar moet je op letten?
  • Laat de leerlingen experimenteren met het mengen van kleuren. 
  • Vertel dat ze kleuren helder kunnen houden door niet meer dan 3 verschillende kleuren met elkaar te mengen.
Hier ga je het mee maken
werkwijze

Schilderen met verf

De leerling kan schilderen met dekkende verf door het maken van vlekken en strepen met een kwast. De leerling kan schoon werken door de kwast steeds goed uit te spoelen.

Waar moet je op letten?
  • Houd de kwast losjes vast.
  • Houd de kleuren zuiver door de kwast steeds goed uit te spoelen en te drogen.
  • Houd de kleuren helder door maar twee of drie kleuren door elkaar te mengen.
  • Meng de verf niet met water. Gebruik een tissue om de kwast na het spoelen droog te maken.
  • ruw wit tekenpapier
  • lyonse kwasten (nr. 2, 6 en 10)
  • plakkaat- of acrylverf in de kleuren rood, geel, blauw, zwart en wit
  • potje water
  • tissues
  • schort

Toelichting:
Plakkaatverf en acrylverf zijn beide dekkende verven op waterbasis. Plakkaatverf is het goedkoopste, maar de verf droogt doffer op. Bij acrylverf blijft de kleur, ook na droging, helder. Bovendien is de verf na droging watervast.
Zo kom je op ideeën
onderzoek

Speel met het materiaal

De leerling speelt met het materiaal om het op verschillende manieren te kunnen hanteren. 
 
Waar moet je op letten?
  • Het filmpje is voor jou bedoeld als leerkracht.
  • Werk zelf met de leerlingen mee. Laat zien wat je allemaal kunt doen, hoe je kunt spelen met het materiaal. Ben verrast door wat er allemaal ontstaat.  
  • het materiaal van de werkwijze
  • evt. oefenvellen