Groep 5-6Drama

Sinterklaas valt in

Maak een presentatie waarin Sint en Hoofdpiet moeten invallen voor een ziek Pietje. 

Hier gaat het over
betekenis

Sinterklaas valt in

In deze les onderzoeken we het probleemoplossend denken en oorzaak-gevolg en sluiten hiermee aan met kerndoelen 34 en 38.
Hier kun je op letten
vorm

Mimiek

De leerling kan gezichtsuitdrukkingen vergroten zodat ze duidelijk worden voor de toeschouwer.
 
Toelichting:
  • De doelen zijn geen meetlat. Lees ze om een beeld te krijgen waartoe je leerlingen in staat zouden kunnen zijn. Voldoen leerlingen niet aan dit doel wordt geadviseerd te differentiëren, dus randvoorwaarden te creëren waarbinnen het betreffende kind toch vooruitkomt in dat doelgebied.
  • Het werken met gezichtsuitdrukkingen blijft een aandachtspunt, omdat ze in het dagelijkse communiceren weinig en onbewust voorkomen. Advies is om vooral dat één kind in de repetitiefase ‘uitstapt’ en als kijker coacht waar gezichtsuitdrukkingen wenselijk zijn. Zo langzaam dat bewustzijn te koppelen aan eigen spel waarbij gezichtsuitdrukkingen groot ingezet kunnen worden tot het punt waarop kinderen in staat zijn dat uit zichzelf te doen. 
vorm

Wie

De leerling kan in ieder geval twee karaktereigenschappen op verbaal en op non-verbaal niveau op het publiek overbrengen. De leerling kan hiermee experimenteren. 

Toelichting:
Bij het werken aan de wie trainen we specifiek stil te staan bij karaktereigenschappen. Bij types neem je één hoofdeigenschap waarmee de speler zich van anderen onderscheid. Rollen hebben meerdere eigenschappen plus de mogelijkheid om zich binnen een verhaal te ontwikkelen. De wie trainen we met name op non-verbaal niveau, uitbeelden is iets anders dan 'staan en praten'.
Hier ga je het mee maken
werkwijze

Acteerspel

De leerling kan zich tijdens het acteerspel inleven in zijn rol.
 
Toelichting:
  • De doelen zijn geen meetlat. Lees ze om een beeld te krijgen waartoe je leerlingen in staat zouden kunnen zijn. Voldoen leerlingen niet aan dit doel wordt geadviseerd te differentiëren, dus randvoorwaarden te creëren waarbinnen het betreffende kind toch vooruitkomt in dat doelgebied.
  • De nog kinderlijke ontvankelijkheid van de groep 5 leerlingen helpt ze bij het praten tijdens het uitvoeren van acteerspel. Dat kan leerlingen tot onverwachte prestaties brengen. In groep 6 zie je dat bij een aantal leerlingen de pre-pubertijd inzet waardoor ze dat praten spannender vinden. Geef ze derhalve goed te tijd om te oefenen in de warming up fase en repetitiefase en stel ze gerust. 
Bij acteren kun je naar eigen inzicht spelmateriaal beschikbaar stellen. Dat kan ook abstract materiaal zijn al na gelang de opdracht. Ook mogen ze zo nodig gebruikmaken van meubels. 
Zo kom je op ideeën
onderzoek

Prik je actie

De leerling oefent met het leggen van verbanden tussen de opdracht en een willekeurig gekozen actie.

Toelichting: 
  • Benadruk dat alle spelideeën evenveel waard zijn dus dat leerlingen uit moeten kijken voor oordelen als ‘ongeschikt’ of ‘raar’.
Per leerling:
  • pen of potlood 
  • klein papiertje