Groep 7-8Drama

Maak een presentatie waarin een Europees land centraal staat. 

Hier gaat het over
betekenis

Europa

In deze les onderzoeken we Europa en de verschillende landen in Europa en sluiten hiermee aan bij kerndoelen 49: klimaat/bergen/vulkanen/bossen in Europa, kerndoel 50: mentale kaart van Europa en kerndoel 52: Europese integratie.
Hier kun je op letten
vorm

Waar

De leerling kan non-verbale communicatievaardigheden inzetten om de WAAR aan het publiek duidelijk te kunnen maken en om de overgang tussen twee locaties aan het publiek duidelijk te maken. 

De locatie geeft belangrijke informatie om het verhaal te kunnen volgen. Het komt met name aan op non-verbaal spel en aspecten als grootte, temperatuur en sfeer zijn van belang om mee te nemen bij het repeteren. 
vorm

Mimiek

De leerling kan gezichtsuitdrukkingen vergroten zodat ze duidelijk worden voor de toeschouwer. De leerling kan een z.g. 'dubbele boodschap' spelen met zijn gezichtsuitdrukking, d.w.z. in tekst het één zeggen maar in de mimiek iets anders (of zelfs het tegenovergestelde) bedoelen. 
 
Toelichting:
  • De doelen zijn geen meetlat. Lees ze om een beeld te krijgen waartoe je leerlingen in staat zouden kunnen zijn. Voldoen leerlingen niet aan dit doel wordt geadviseerd te differentiëren, dus randvoorwaarden te creëren waarbinnen het betreffende kind toch vooruitkomt in dat doelgebied.
  • Het werken met gezichtsuitdrukkingen blijft een aandachtspunt, omdat ze in het dagelijkse communiceren weinig en onbewust voorkomen. Advies is om vooral dat één kind in de repetitiefase ‘uitstapt’ en als kijker coacht waar gezichtsuitdrukkingen wenselijk zijn. Zo langzaam dat bewustzijn te koppelen aan eigen spel waarbij gezichtsuitdrukkingen groot ingezet kunnen worden tot het punt waarop kinderen in staat zijn dat uit zichzelf te doen. 
vorm

Spelrichting

De leerling kan de spelrichting tijdens het spel aanpassen om het verhaal te versterken.
 
Toelichting: 
  • De doelen zijn geen meetlat. Lees ze om een beeld te krijgen waartoe je leerlingen in staat zouden kunnen zijn. Voldoen leerlingen niet aan dit doel wordt geadviseerd te differentiëren, dus randvoorwaarden te creëren waarbinnen het betreffende kind toch vooruitkomt in dat doelgebied.
  • De leerlingen die op zichzelf en medespelers gericht zijn kun je op dit aspect duidelijk onderscheiden van de leerlingen die met het publiek bezig zijn en daarmee ook meer met de kunstvorm theater. Omdat het zo concreet is helpen ze elkaar hier makkelijk bij. Wees je ervan bewust dat dit een onneembaar obstakel is voor sommige leerlingen en bescherm ze tegen onbegrip van klasgenoten hierop. 
Hier ga je het mee maken
werkwijze

Pantomime

De leerling kan met de werkvorm pantomime een presentatie maken waarin de eigenheid van de leerling naar voren komt.
 
Toelichting: 
  • De doelen zijn geen meetlat. Lees ze om een beeld te krijgen waartoe je leerlingen in staat zouden kunnen zijn. Voldoen leerlingen niet aan dit doel wordt geadviseerd te differentiëren, dus randvoorwaarden te creëren waarbinnen het betreffende kind toch vooruitkomt in dat doelgebied.
  • In groep 7 en 8 zit je coaching vaak op ‘groter’ spelen. Een deel zal liever willen acteren want daar kunnen ze zich beter sociaal mee profileren. Echter is pantomime ook voor deze groepen voor veel leerlingen fijn en veilig.  
Voor deze werkwijze heb je geen materiaal nodig.
Zo kom je op ideeën
onderzoek

Prik je wie

De leerling oefent met het leggen van verbanden tussen de opdracht en willekeurig gekozen personages.

Toelichting:
  • Benadruk dat alle spelideeën evenveel waard zijn dus dat leerlingen uit moeten kijken voor oordelen als ‘ongeschikt’ of ‘raar’.
Per leerling:
  • pen of potlood
  • klein papiertje