Groep 5-6Muziek

Luister naar muziek en beweeg erop aan de hand van Egyptische hiërogliefen. 

Hier gaat het over
betekenis

Hiërogliefen

Met deze les kun je aansluiten bij kerndoelen 51, 54 en 55. De leerlingen leren over voorwerpen die vroeger gebruikt werden en ze leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. De leerlingen leren reflecteren op hun eigen werk en dat van anderen. 
Hierop ga je letten
muziekaspect

Motief en thema

De leerling weet wat een motief en een thema is. De leerling kan een motief en een thema herkennen en er gebruik van maken in de muziek.

Waar ga je op letten? 
  • Hoor je een herkenbare melodie die vaker terug komt (thema)? 
  • Laat een herkenbare melodie vaker terug komen. Eventueel met een kleine verandering. 
Hiermee ga je het doen
werkwijze

Bewegen op muziek

De leerling kan bewegen op muziek naar aanleiding van muziekaspecten (dynamiek, tempo en ritme) en op de vorm van de muziek (herhaling in het refrein, herhaling van motieven). De leerling kan bewegen naar aanleiding van de sfeer van de muziek. De leerling kan bewegen op de puls van de muziek. De leerling kan het lichaam inzetten om op muziek te reageren.
  • De luisterfragmenten van de betekenisbouwsteen.
werkwijze

Grafische notatie

De leerling kan zijn of haar muzikale ideeën uitwerken in een grafische notatie. De leerling kan een muziekstuk volgen aan de hand van een grafische notatie. De leerling kan een grafische notatie vertalen naar muziek of geluid.
  • papier
  • tekenmateriaal
Zo kom je op ideeën
onderzoek

Van proberen kun je leren

De leerling bedenkt ideeën door te proberen.
 
Toelichting:
  • Bij ‘van proberen kun je leren’, is het de bedoeling dat je meteen aan de slag gaat. Op basis van je eerste gevoel, gedachte of idee. Gewoon proberen! Nadat je het een keer geprobeerd hebt, kijk je, samen of alleen, naar wat je hebt gemaakt. Je maakt een kleine aanpassing, of voegt een nieuw idee toe, en probeert het nogmaals. 
  • De dingen die goed werkten, gebruik je in de nieuwe keer proberen gewoon nog een keer. Misschien hebben je nieuwe ideeën wel weer allerlei effecten op de bestaande ideeën!
  • En de ideeën waar je niet zo’n fan van bent, of die je niet zo goed vindt werken, die gooi je overboord. 
  • Je hebt voor dit onderzoek geen apart materiaal nodig.