Groep 5-6Drama

Ooggetuigenles Jagers en Boeren

De leerlingen spelen mee in het verhaal waarin een aspect van het dagelijkse leven uit de tijd van de Jagers en Boeren centraal staat. 

Hier gaat het over
betekenis

Ooggetuigenles Jagers en Boeren

In deze les onderzoeken we het dagelijkse leven van het tijdvak Jagers en Boeren en sluiten hiermee aan bij lesdoelen 51 en 52. 
Hier kun je op letten
vorm

Houding

De leerling kan houdingen vergroten zodat ze duidelijk worden voor de toeschouwer.
Toelichting:
  • De doelen zijn geen meetlat. Lees ze om een beeld te krijgen waartoe je leerlingen in staat zouden kunnen zijn. Voldoen leerlingen niet aan dit doel wordt geadviseerd te differentiëren, dus randvoorwaarden te creëren waarbinnen het betreffende kind toch vooruitkomt in dat doelgebied.
  • Het werken met houdingen blijft een aandachtspunt, omdat ze in het dagelijkse communiceren weinig en onbewust voorkomen. Advies is om vooral dat één kind in de repetitiefase ‘uitstapt’ en als kijker coacht waar houdingen wenselijk zijn. Zo langzaam dat bewustzijn te koppelen aan eigen spel waarbij houdingen groot ingezet kunnen worden.  
vorm

Mimiek

De leerling kan gezichtsuitdrukkingen vergroten zodat ze duidelijk worden voor de toeschouwer.
 
Toelichting:
  • De doelen zijn geen meetlat. Lees ze om een beeld te krijgen waartoe je leerlingen in staat zouden kunnen zijn. Voldoen leerlingen niet aan dit doel wordt geadviseerd te differentiëren, dus randvoorwaarden te creëren waarbinnen het betreffende kind toch vooruitkomt in dat doelgebied.
  • Het werken met gezichtsuitdrukkingen blijft een aandachtspunt, omdat ze in het dagelijkse communiceren weinig en onbewust voorkomen. Advies is om vooral dat één kind in de repetitiefase ‘uitstapt’ en als kijker coacht waar gezichtsuitdrukkingen wenselijk zijn. Zo langzaam dat bewustzijn te koppelen aan eigen spel waarbij gezichtsuitdrukkingen groot ingezet kunnen worden tot het punt waarop kinderen in staat zijn dat uit zichzelf te doen. 
Hier ga je het mee maken
werkwijze

Vertelpantomime

De leerling weet dat bij vertelpantomime één speler een verhaal of gedicht voordraagt dat tegelijkertijd door een of meerdere spelers wordt uitgebeeld. De leerling kan met deze werkvorm een eenvoudige presentatie maken.
 
Toelichting:
  • De doelen zijn geen meetlat. Lees ze om een beeld te krijgen waartoe je leerlingen in staat zouden kunnen zijn. Voldoen leerlingen niet aan dit doel wordt geadviseerd te differentiëren, dus randvoorwaarden te creëren waarbinnen het betreffende kind toch vooruitkomt in dat doelgebied.
  • Advies is om bij de verteller te gaan staan, de verteller is vaak geneigd om sneller te vertellen dan de spelers kunnen uitbeelden.
  • pen en papier per werkvorm
  • (eenvoudige) hoofddeksels, om het verhaal beter te ondersteunen
Zo kom je op ideeën
onderzoek

Ideeën gooien

De leerling oefent om snel met ideeën te komen zonder zelfcensuur. 

Toelichting:
  • Benadruk dat realisme niet het doel van de opdracht is, dat het fantasievol mag zijn. 
  • Benadruk dat je soms eigen ideeën moet loslaten omdat andere ideeën op dat moment als geschikter worden beoordeeld door medeleerlingen. 
  • pittenzak
per werkgroep:
  • pen of potlood 
  • papiertje