Groep 7-8Drama

Sint achterstevoren

Maak een presentatie waarin oorzaak en gevolg centraal staat. Oftewel: wat ging eraan vooraf?

Hier gaat het over
betekenis

Sint achterstevoren

In deze les onderzoeken we de verhaalstructuur, de ontknoping eerst en dan wat eraan voorafging. Dit heeft te maken met kerndoel 5. 
Hier kun je op letten
vorm

Stem

De leerling weet dat je met je stem kunt uitdrukken wat je personage voelt en meemaakt. De leerling zet accent, tempo, stemkleur en volume in om de belangrijkste emoties van het spel te ondersteunen. De leerling kent het verschil tussen 'een stemmetje trekken' en de eigen stem manipuleren en kan daarmee  experimenteren. 

Toelichting: 
  • De doelen zijn geen meetlat. Lees ze om een beeld te krijgen waartoe je leerlingen in staat zouden kunnen zijn. Voldoen leerlingen niet aan dit doel wordt geadviseerd te differentiëren, dus randvoorwaarden te creëren waarbinnen het betreffende kind toch vooruitkomt in dat doelgebied.
  • Accenten, tempo, stemkleur, stemvolume, niets is deze leeftijdsgroep te gek. Ook komen nu de leerlingen bovendrijven die hier moeite mee hebben. Dit komt omdat stem erg persoonlijk is: je kunt je ware emoties er doorheen horen. Maak de groep attent op de zorg die ze hebben voor elkaar en elkaar i.p.v. te bekritiseren elkaar te helpen. Accepteer ook dat sommige leerlingen hierin niet durven te groeien wat ook o.k. is. Aandachtspunt is dat het trekken van extreme stemmetjes slecht is voor de stembanden, afleidt en het spel absoluut niet ondersteunt. Hanteer daarbij dat ‘als het erg opvalt de stem te groot wordt ingezet’. 
vorm

Houding

De leerling kan variëren in houdingen die passend zijn bij zijn personage.
 
Toelichting:
  • De doelen zijn geen meetlat. Lees ze om een beeld te krijgen waartoe je leerlingen in staat zouden kunnen zijn. Voldoen leerlingen niet aan dit doel wordt geadviseerd te differentiëren, dus randvoorwaarden te creëren waarbinnen het betreffende kind toch vooruitkomt in dat doelgebied.
  • Het werken met houdingen blijft een aandachtspunt, omdat ze in het dagelijkse communiceren weinig en onbewust voorkomen. Advies is om vooral dat één kind in de repetitiefase ‘uitstapt’ en als kijker coacht waar houdingen wenselijk zijn. Zo langzaam dat bewustzijn te koppelen aan eigen spel waarbij houdingen groot ingezet kunnen worden tot het punt waarop kinderen in staat zijn dat uit zichzelf te doen. 
vorm

Mimiek

De leerling kan gezichtsuitdrukkingen vergroten zodat ze duidelijk worden voor de toeschouwer. De leerling kan een z.g. 'dubbele boodschap' spelen met zijn gezichtsuitdrukking, d.w.z. in tekst het één zeggen maar in de mimiek iets anders (of zelfs het tegenovergestelde) bedoelen. 
 
Toelichting:
  • De doelen zijn geen meetlat. Lees ze om een beeld te krijgen waartoe je leerlingen in staat zouden kunnen zijn. Voldoen leerlingen niet aan dit doel wordt geadviseerd te differentiëren, dus randvoorwaarden te creëren waarbinnen het betreffende kind toch vooruitkomt in dat doelgebied.
  • Het werken met gezichtsuitdrukkingen blijft een aandachtspunt, omdat ze in het dagelijkse communiceren weinig en onbewust voorkomen. Advies is om vooral dat één kind in de repetitiefase ‘uitstapt’ en als kijker coacht waar gezichtsuitdrukkingen wenselijk zijn. Zo langzaam dat bewustzijn te koppelen aan eigen spel waarbij gezichtsuitdrukkingen groot ingezet kunnen worden tot het punt waarop kinderen in staat zijn dat uit zichzelf te doen. 
Hier ga je het mee maken
werkwijze

Acteerspel

De leerling kan zich verplaatsen in zijn rol en daarbij rekening houden met verschillende vormaspecten.
 
Toelichting:
  • De doelen zijn geen meetlat. Lees ze om een beeld te krijgen waartoe je leerlingen in staat zouden kunnen zijn. Voldoen leerlingen niet aan dit doel wordt geadviseerd te differentiëren, dus randvoorwaarden te creëren waarbinnen het betreffende kind toch vooruitkomt in dat doelgebied.
  • Veel leerlingen in groep 7 en 8 vinden dit fijn om te doen, ze pakken hun moment (afhankelijk van de pedagogische veiligheid). Blijf coachen op het non-verbale aspect van acteerspel om te voorkomen dat het 'staan-en-praten' wordt en op het ontvangen van andermans spel alvorens te reageren. 
Bij acteren kun je naar eigen inzicht materiaal beschikbaar stellen. Dat kan ook abstract materiaal zijn al na gelang de opdracht. Ook mogen ze zo nodig gebruikmaken van meubels. 
Zo kom je op ideeën
onderzoek

Combineer er op los

De leerling oefent met het onder woorden brengen van spelideeën en het combineren van een eigen spelidee met dat van een ander. 

Toelichting:
  • Benadruk dat realisme niet het doel van de opdracht is, dat het fantasievol mag zijn. 
  • Benadruk dat je probeert de ideeën samen te voegen tot een nieuw idee.
Er is voor dit onderzoek geen (extra)materiaal nodig.